Onderstaande informatie is ten dele ontleend aan de websites van de Bossche Kunstrijvereniging (BKV) en de Nederlandse IJsdansclub (NIJC)
KUNSTRIJDEN/IJSDANSEN
Kunstrijden, dat soms nog wel eens wordt verward met schoonrijden, kent de volgende onderdelen: solorijden voor dames en heren, paarrijden, ijsdansen en precision skating ofwel formatieschaatsen. Voor de heren werden de eerste wereldkampioenschappen in 1896 gehouden, voor de dames en paren in 1908, terwijl het WK ijsdansen pas voor het eerst in 1952 op het programma van de Internationale Schaats Unie (ISU) stond. Precision skating is een ontwikkeling van de laatste jaren en kent nog geen ISU-kampioenschappen. Kunstrijden was de eerste ijs- en sneeuwsport met een Olympische status. Het ijsdansen daarentegen werd pas in 1976 aan het Olympisch programma toegevoegd.
SOLO-RIJDEN/PAARRIJDEN
Het kunstrijden bestaat, na het afschaffen van de verplichte figuren in 1990, nu nog uit twee onderdelen: een technisch programma en een vrije kür. Het technische programma behelst een kür op muziek van maximaal 2 min. 40 sec., waarin maximaal acht voorgeschreven elementen mogen voorkomen welke vooraf (per jaar verschillend) door de ISU worden bepaald. De elementen in het technische programma moeten aan bepaalde minimum eisen voldoen, maar de schaats(st)er kan hoger inzetten. De vrije kür wordt geschaatst op muziek die zelf mag worden uitgekozen. Voor de dames duurt de vrije kür 4 minuten, voor de heren een halve minuut langer. Het programma moet harmonisch zijn opgebouwd d.m.v. sprongen, sprongcombinaties, danspassen, verbindingspassen en tempowisselingen in de muziek. De vrije kür vormt voor het publiek verreweg het mooiste schouwspel, omdat de artistieke waarde en originaliteit hierin een grote rol spelen. Het is ook in dit onderdeel dat de deelnemers hun nieuwe sprongen en figuren kunnen presenteren. Tijdens de vrije kür zijn al heel wat beroemde, nieuwe figuren geboren. Het paarrijden is wellicht de meest veeleisende en zwaarste kunstrij-discipline. De partners zijn sterk op elkaar aangewezen. Om te slagen is een perfecte verstandhouding noodzakelijk. Ook het paarrijden kent een technisch programma en een vrije kür, waarbij de dame niet zelden boven het hoofd van de heer met talrijke draaiingen over de ijsbaan wordt gereden. Paarrijders dienen evenwel ook individueel klasse in huis te hebben om alle sprongen en wegwerpsprongen, draaiingen, pirouetten en combinaties goed uit te kunnen voeren.
IJSDANSEN
Het ijsdansen is een vorm van kunstrijden. Kunstrijden bestaat uit drie onderdelen. Naast ijsdansen zijn dat paarrijden en solo kunstrijden.
Bij ijsdansen en paarrijden bestaan de paren uit een dame en een heer.
Het verschil tussen paarrijden en ijsdansen is dan weer, dat bij het paarrijden de partner hoog boven het hoofd wordt getild, of vanuit een sprong in de lucht wordt weggeworpen. Er zijn nog meer regels, welke door de International Skating Union (ISU) worden vastgelegd (website: www.isu.org). Elk jaar worden de regels geactualiseerd.
IJsdansen is bewegen op muziek en heeft dezelfde aantrekkingskracht als parketdansen.
Er zijn drie onderdelen:
Verplichte dansen.
Dat is een standaarddans, waarvoor het patroon is voorgeschreven.
Originele dans (OD).
Het wedstrijdpaar maakt zelf een danspatroon op een verplicht ritme. Voor het seizoen 2007/2008 is dat Folk/Country dance.
Vrije dans
Hierbij is de muziekkeuze vrij.
Bij de OD en de Vrije dans moeten in de dansen voorgeschreven elementen verwerkt worden. Ook is er een tijdslimiet.
Het ijsdansen is vermoedelijk al meer dan drie eeuwen oud.Het werd echter puur als vertier beoefend. Het ijsdansen werd pas aan het eind van de 19e eeuw populair, vooral in Wenen. In 1896 werden door de ISU de eerste wereldkampioenschappen kunstrijden gehouden in St. Petersburg, Rusland, toen alleen nog voor mannen. Dames mochten pas in 1906 meedoen. Paren in 1908. IJsdansen als laatste in 1952. IJsdansen werd in 1976 een Olympische sport.
De ISU werd in 1892 in Den Haag opgericht
JURERING
Door een juryfraude met de uitslagen is het jurysysteem de laatste jaren aanmerkelijk aangepast. Teneinde de resultaten van de prestaties van de deelnemers te objectiveren is er middels een computersysteem een nieuwe methode van puntentoekenning opgezet. Hiermee wordt getracht een beoordeling van de technische inhoud (componenten) en de artistieke waardering zoveel mogelijk uit de subjectieve sfeer te halen. Het neemt niet weg, dat de juryleden toch hun oordeel kunnen baseren op persoonlijke voorkeuren. Het systeem geeft de deelnemers op grond van hun inhoudelijke prestaties de gelegenheid ook in de tijd hun ontwikkeling te kunnen volgen. Zodoende kan er ook een “personal best” worden vastgesteld.
Door de KNSB is de software van dit nieuwe jurysysteem aangeschaft, zodat dit ook wordt gehanteerd bij wedstrijden in Nederland. De deelnemers moeten ten gevolge van dit nieuwe jurysysteem ook hun kür veelal aanpassen. De installatie van het computersysteem zowel hardware als software vraagt nogal wat inspanningen.
GESCHIEDENIS
Na vanuit Amerika te zijn overgewaaid, werd in 1917 in ons land de eerste kunstrij-wedstrijd gehouden. Na de komst van de kunstijsbanen is de beoefening van het kunstrijden/ijsdansen toegenomen. In 1951 vonden de eerste nationale kampioenschappen plaats. In de jaren zestig zorgden vooral Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel voor internationale successen. In 1975 behaalde Dianne de Leeuw namens Nederland de laatste wereldtitel. De hoogtijdagen voor het Nederlandse kunstrijden zijn voorlopig helaas voorbij. De sectie kunstrijden van de KNSB werkt hard aan een programma om het huidige niveau van de nationale top op te krikken. In het beleidsplan 2006-2010, wat ook op deze website is opgenomen staat hoe men dat denkt te realiseren.